Het oostelijke gedeelte van de grachtengordel, het Amstelveld, staat bekend een rustige, residentiële buurt te zijn. Er zijn veel woonboten te zien en er staat een prachtige houten kerk. Toch valt er hier en daar wel wat te beleven. Vooral het Rembrandtplein is de moeite.

Het Quartier Latin van Amsterdam, zo kan je de Pijp wel noemen. Het is een levendige wijk, waar bohémiens, studenten en artiesten elkaar ontmoeten. De Pijp is ooit gebouwd om de overbevolkte arbeiderswijk de Jordaan te verlossen. Er werden toen heel veel huizen in dezelfde stijl gebouwd. Villa’s vind je er bijna niet. Waar de naam van de wijk precies vandaan komt, weet niemand. Sommigen zeggen dat het komt door de smalle straatjes in de wijk die eruit zijn als de pijp, anderen denken dan weer dat het komt door de gasverdeler Pijp die er de huizen voorzag van warmte. Er is heel wat te doen in De Pijp, ga er zeker eens naar de markt in de Albert Cuypstraat.

Oorspronkelijk waren de Docklands niets meer dan een plek waar de scheepvaartmaatschappijen zich vestigden. Tegenwoordig is het ook een woonbuurt geworden voor de nieuwe Amsterdammers. Vanaf 1988 werden al 8.500 huizen gebouwd om het huizentekort op te vangen. Wat deze buurt zo speciaal maakt, is dat de inwoners op artificiële eilanden wonen en dat er vooral heel veel waterlopen zijn. Het lijkt wel een klein beetje op Venetië. De buurt is vooral ook charmant door de vele woonboten die er aangemeerd liggen. In de wijk vind je heel veel nieuwe architectuur, maar hier en daar kan je de sfeer van vroeger nog opsnuiven doordat er wel wat oude pakhuizen bewaard zijn gebleven. In de Docklands wonen voorts veel kunstenaar.

Toen in de 17de eeuw de drie grachtengordels werden gegraven, waren die vooral bedoeld om ruimte te maken voor de rijke kooplieden die wel bij de stad wilden wonen, maar niet volledig in het centrum ervan. Aan de Herengracht bouwden ze daarom prachtige huizen. Een bepaald deel van die gracht werd zelfs de Gouden Bocht genoemd. Tegenwoordig huizen vooral bedrijven en literaire uitgevers in die gebouwen. Voorts zijn er ook wel wat woonsten weggelegd voor prominente Nederlanders. Door dat alles heeft de grachtengordel toch wel de reputatie meegekregen intellectueel, idealistisch en zelfs wereldvreemd te zijn. Voor een toerist is het er vooral heerlijk wandelen.

De drie grachten die het Amsterdamse centrum omringen, zijn aangelegd in de 17de eeuw. Een deel was vooral geschikt voor de rijkere inwoners. Het westelijk deel daarentegen was voorbestemd voor de arbeiders en immigranten. Dat deze regio de naam Jordaan meekreeg, heeft niets te maken met de rivier tussen Israël en Jordanië. Jordaan zou komen van het Franse jardin, omdat de arme buurt heel veel hofjes had. Tegenwoordig is de buurt helemaal opgewaardeerd en geliefd. In de smalle straatjes vind je nu authentieke winkeltjes terug. Een van de populairste bezienswaardigheden is er het Anne Frankhuis.

De naam Museumkwartier, laat al vermoeden waar het hier om te doen is. Juist. De musea. Tot ver in de jaren 1800 was er hier echter niet zoveel te doen. Tot de stad besloot dat gebied voor te behouden aan de cultuur. Rond het Museumplein vind je dan veel belangrijke culturele instellingen: het Rijksmuseum, het Van Goghmuseum en het Stedelijk Museum. Ook het Concertgebouw ligt in de buurt. Heel kenmerkend aan deze wijk is ook het Vondelpark. Daar kan je gewoonweg niet omheen.

De westkant van waar vroeger de Amstel stroomde, wordt de Nieuwe Zijde genoemd. Samen met de Oude Zijde vormt deze wijk de kern van Amsterdam. Hoewel de wijk het in de middeleeuwen moeilijk had om zich te laten gelden, is de Nieuwe Zijde vandaag ontegensprekelijk één van de meest bruisende van de Nederlandse hoofdstad. Oud en Nieuw gaan hand in hand. Je vindt er met andere woorden zowel de grootste winkelstraat, De Kalverstraat als het Begijnhof, waar het oudste huis van Amsterdam staat. Uiteraard moet je ook op de Dam zijn geweest waar het Koninklijk Paleis staat en de Nieuwe Kerk.

Tussen de Singelgracht en de Amstel, ten zuiden van de Ringvaart bevindt zich Amsterdam-Oost. Het is een gezellige buurt met een rijke geschiedenis die aanvangt op het einde van de jaren 1800. Zo ontstond de Dapperbuurt, de Oosterparkbuurt en de Indische buurt. Later kwam daar nog de Transvaalbuurt bij. Bezoek zeker eens het Oosterpark en de Dappermarkt als je er bent.

Het oostelijke deel van de Amsterdamse binnenstad, dat ten oosten van de oorspronkelijke loop van de Amstel lag, wordt de Oude Zijde genoemd. Daar is het waar veel van de oudste gebouwen van de stad staan. Denk maar aan de Oude Kerk die al dateert uit de veertiende eeuw of de Waag, de immense stadspoort die ook nog als weeghuis heeft gediend. Je vindt in deze wijk niet alleen enkele mooie musea maar ook enkele leuke cafeetjes en restaurants.

De tuin van Amsterdam, zo zou je deze buitenwijk wel kunnen noemen. Al van oudsher komen de Amsterdammers naar hier om te ontspannen. Het is dan ook niet onlogisch dat zich hier een botanische tuin en een dierentuin heeft gevestigd. Vanaf halfweg de negentiende begon de Plantage ook te verstedelijken. Vooral joden kwamen er wonen voor de diamantindrustrie. De Plantage werd daarmee de eerste verstedelijkte buurt buiten de grachtengordel. Je vindt er dan ook nog vele oude huizen. Toch heeft de Plantage altijd zijn groene karakter blijven behouden. Dat maakt de buurt heel gegeerd als woonwijk.